11 april 2013

Acht reusachtige kalenders

Daar zit je dan met acht reusachtige kalenders van bijna een halve meter breed en een kleine zeventig centimeter hoog. Kalenders met prachtige grote foto’s, te mooi om weg te gooien. Maar wat doe je er dán mee?

Bij hulporganisatie Dorcas kreeg de afdeling Communicatie, als zakenrelatie, elk jaar twee of drie Zeelandkalenders van drukkerij en grafisch bedrijf Pieters. Aanvankelijk hoorde ik niet bij de happy few die de kalender op hun kantoor mochten hangen. In de loop van het jaar zag ik de sfeervolle platen wel bij anderen aan de muur en als het december was geweest en de kalender was verlopen, redde ik er een van het oud papier en bewaarde die op mijn kamer, naast een kast. Hij was té mooi om weg te gooien! Toen duidelijk werd dat ik een van de grootste fans van de kalender was, hoefde ik voortaan in januari geen oude kalender meer op te sporen, maar kreeg ik meteen de nieuwe. Jarenlang hing er dus altijd een Zeelandkalender aan de muur naast mijn bureau. Als het jaar voorbij was, kwam de oude kalender bij de anderen naast de kast en kon de nieuwe meteen aan de spijker in de muur.

Sommige foto’s spraken me meer aan dan andere: vooral de platen van de zee vond ik prachtig. Een groot zeilschip aan de horizon, een kleurige zonsondergang, het silhouet van drie vissers met hun hengel, een vuurtoren in het avondlicht, hoge golven die tegen de kust aan sloegen. Soms liet ik zo’n zeeplaat wel twee maanden hangen en sloeg ik de voorstelling van een klompenmaker of een stadsgezicht gewoon over.

Mee naar huis
Eind februari nam ik afscheid bij Dorcas. Terwijl ik begon mijn spullen op te ruimen, herinnerden mijn collega’s me al snel aan de stapel kalenders die een jaar eerder naar onze nieuwe kantoortuin was meeverhuisd. De grote kalenders lagen inmiddels op een kast en ik geloof dat de meer opruimende collega’s zich al vaak hadden afgevraagd waarom ik die dingen in vredesnaam bewaarde.

Ik haalde de kalenders van de kast en keek ze even door. Nee, ze waren nog steeds te mooi om zomaar weg te doen. Ik zette ze dus op mijn laatste werkdag in de auto en nam ze mee naar huis. Daar lagen ze weer, nu in de woonkamer. Van de bank naar de eettafel, van de eettafel op een stoel, terug naar de bank, tijdelijk even op de grond onder een kastje. Ik besloot dat het nu wel tijd was om iets met de mooie platen te gaan doen. Als ik ze nu weer op een kast zou leggen, zouden ze daar verstoffen tot ik ze af en toe bij een grote schoonmaak weer tegen zou komen.

Verknutselen
Het eerste wat ik deed, was een selectie van de foto’s maken. De allermooiste platen scheurde ik uit de kalenders, de rest gooide ik nu toch weg. 25 platen doorstonden deze strenge schifting: zoals verwacht vooral water- en luchtplaten, maar ook een tulpenveld en een rustieke brug. Ik bedacht dat ik een deel van die platen tot (wel wat grote) ansichtkaarten kon verknutselen. Zo krijgen ze alsnog een nieuwe bestemming en kunnen nog meer mensen van de taferelen genieten. Van een aantal foto’s heb ik inmiddels een stuk uitgesneden en op karton geplakt. Dank zij de mooie foto’s hoeft er geen kantje of randje omheen, de kaarten zijn meteen geschikt om op de post te doen. Creatief met acht reusachtige kalenders… :-) Niet vergeten om mijn oud-collega’s zo'n kaart te sturen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten