Vandaag is het plastic afval weer opgehaald in onze straat. Dat gebeurt sinds begin 2011 eens in de maand. Het is prima geregeld: je kunt online gratis plastic zakken bestellen die per post worden bezorgd. Vervolgens stop je al je broodzakken, tijdschriftomhulsels, shampooflesjes en ander plastic in de zak, zet hem op de aangegeven datum aan de weg en een grote vrachtwagen komt hem ’s ochtends al vroeg ophalen.
Vandaag was het dus weer zover. Maar … mijn plastic zak met plastic stond deze keer niet op de stoep (of eigenlijk, met het herfstige weer: waaide deze keer niet door de straat). Ik had de afgelopen maand het plastic afval namelijk niet apart verzameld, maar gewoon bij het restafval weggegooid. Het is niet dat ik totaal niet ‘groen’ ben hoor. Ik ben me ervan bewust dat we met z’n allen – en ik dus ook, want een beter milieu begint bij jezelf – een verantwoordelijkheid hebben om de aarde een beetje leefbaar te houden. Of met Bijbelse woorden: voor de schepping te zorgen. Ik ga dus op de fiets naar het werk, heb een nee-nee-sticker op de brievenbus en kijk de laatste jaren ook steeds vaker of de groente die ik koop niet van heel ver weg heeft moeten komen.
Plichtsgetrouw het afval scheiden hoort hier ook bij, maar ik moet bekennen dat ik gewoon even een beetje afval-scheiden-moe ben. Op zich is het een kleine moeite om je troep even in de juiste bak, zak of doos te stoppen. Het probleem zit hem vooral in de ruimte die dat allemaal inneemt. Het lijkt in en om het huis zo langzamerhand wel een afvalstation.
Vroeger en nu
Ik herinner me dat we in mijn jeugd een gewone afvalbak hadden met een vuilniszak erin. De vuilniszak ging zonder container gewoon aan de weg. Verder spaarden we volgens mij alleen het oud papier op voor de kerk. Waarschijnlijk was het statiegeld op flessen ook al wel uitgevonden (dat lees ik tenminste op Wikipedia), maar aangezien we niet vaak frisdrank dronken, waren er weinig of geen flessen om op te sparen. En glazen melkflessen waren inmiddels al vervangen door kartonnen pakken.
Tegenwoordig hebben we de gewone vuilnisbak in de keuken, met daarnaast de zak voor plastic en erachter een boodschappentas met lege flessen. In een hoekje bij de achterdeur sparen we glas en naast de magnetron staat een soepkom met lege batterijen. Onder de trap vind je een doos voor het oud papier dat elke twee weken wordt opgehaald. Dan herbergt de tuin nog de grijze rolcontainer voor het restafval en de groene voor de aardappelschillen, gesnoeide takken en andere biologisch afbreekbare rommel. O ja, en als er een apparaat moet worden vervangen, staat het oude exemplaar in de schuur tot we het op een zaterdag naar het grof vuil brengen.
Terwijl ik dit opsom, besef ik dat dit alles natuurlijk vooral iets zegt over de omvang van onze afvalproductie: ons consumptiegedrag, het feit dát alles in verpakkingsmateriaal wordt aangeboden. Zou dat ook anders kunnen? Ik weet het niet. Zou ik er zelf iets aan kunnen doen om mijn aandeel in de afvalstroom te beperken? Misschien wel: toch eens over nadenken. En als het scheiden van afval helpt om er een betere wereld van te maken, dan is het natuurlijk wel de moeite waard. Maar nou ja, de afgelopen maand had ik er gewoon even geen zin in. Zo meteen zal ik maar weer even de plastic-zak naast de vuilnisbak leggen en snel het oud papier naar de hoek van de straat brengen, want dat wordt vanavond weer opgehaald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten